. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . cies dezelfde als de Makassaarsche en Boegineesche spoelen en spoelkokers.Ook hier zijn de spoelkokers met ingebrande motieven versierd ;e. de kam, tjaoe (Bimaneesch), of sisir (Soembawasch);/. de sabel, lira (Bimaneesch) of b a 1 i d a (Soembawasch).Het aanslaan heet t é t é (Bimaneesch) of p a p o, en s e n è nt è g (Soembawasch).Het laatste woord heeft overeenkomst met het Javaansche nj entèg voor: aanslaan; het eersteis Makassaarsch; bovendien kent men te Bima evenals in Makassaarsche en Boegineesche landenverschillende wijzen van aan
Image details
Contributor:
Reading Room 2020 / Alamy Stock PhotoImage ID:
2CE2W0BFile size:
7.1 MB (172.9 KB Compressed download)Releases:
Model - no | Property - noDo I need a release?Dimensions:
1448 x 1725 px | 24.5 x 29.2 cm | 9.7 x 11.5 inches | 150dpiMore information:
This image is a public domain image, which means either that copyright has expired in the image or the copyright holder has waived their copyright. Alamy charges you a fee for access to the high resolution copy of the image.
This image could have imperfections as it’s either historical or reportage.
. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . cies dezelfde als de Makassaarsche en Boegineesche spoelen en spoelkokers.Ook hier zijn de spoelkokers met ingebrande motieven versierd ;e. de kam, tjaoe (Bimaneesch), of sisir (Soembawasch);/. de sabel, lira (Bimaneesch) of b a 1 i d a (Soembawasch).Het aanslaan heet t é t é (Bimaneesch) of p a p o, en s e n è nt è g (Soembawasch).Het laatste woord heeft overeenkomst met het Javaansche nj entèg voor: aanslaan; het eersteis Makassaarsch; bovendien kent men te Bima evenals in Makassaarsche en Boegineesche landenverschillende wijzen van aanslag, b.v. tété telo kali (drie slagen achter elkaar) en té ték r é k o e (vele slagen achter elkaar); g. de ophalers, koeöe (Bimaneesch) of salanggoerin (Soembawasch). Op Makassaarschewijze is de staaf der ophalers soms nog van een houten handvat voorzien, dat met snijwerk ver-sierd is. De patroonvormende ophalers worden s e k a dj o e genoemd. Het motief, dat bij het weven van goud-of zilverweefsel-patronen tot model dient, wordt eerst142. Fig. 132. Spitsmotieven op een Soembawasch weefsel. gevlochten van lontarbladstrooken en lidi (stijve klapperbladnerven). Zoon patroonmodelheet soei. Voor een gewone, geruite saroeng (tjorak = geruit) heeft men naar Makassaarsche wijzeeen reepje bamboe, waarop de verschillende, gekleurde draden ten behoeve van de schering, naast elkaar worden opgewonden; h. de bamboe roller, karo naë (Bimaneesch), of gölöh (Soembawasch), dikwijs met ingebrandemotieven versierd;i. de drukker of 1 i n r o ; j. de linialen of kruisingstaven, karo toi (Bimaneesch), ofsenepat (Soem-bawasch) ; k. de kettingboom, t a n d i (Bimaneesch) of t o t o k (Soembawasch).De opstaande staven, waarin de kettingboom vastgeklemd ligt, heetentandi (Bimaneesch), of söomö (Soembawasch). Dikwijls worden hieraan de geluidenmakers vastgebonden, kokers vanbamboe (sinong), welke zoodanig ingesneden zijn, dat er kleppert]esontstaan. Bovendien worden er naar Makassaarsch